Arthur Nahuis ‘Er is kracht in de Naam van Jezus!’
Nieuwerkerker Arthur Nahuis liet zijn getuigenis optekenen in de laatst verschenen nieuwsbrief van de Volle Evangelie gemeente Het Kruispunt. De oud omroep Zuidplas medewerker spreekt zich uit over zijn rotsvaste geloof in Jezus.
Mijn ouders komen uit de Vergadering van Gelovigen. Mijn over- over- overgroot opa behoorde bij de oprichters, rond 1900. Ik heb het altijd als iets heel bijzonders ervaren dat mijn voorgeslacht al meer dan 100 jaar generatie op generatie, gelovig is. Vanaf mijn 4e ging ik mee naar de samenkomsten. Van de preken begreep ik natuurlijk nog helemaal niets. Op een zondagmorgen sprak er een broeder en die zei iets waar ik nog nooit van gehoord had: God is autocraat! Ik dacht dat hij bedoelde dat Gods auto kraakte! Ik vroeg mij af hoe dat nu mogelijk kon zijn, want van mijn ouders had ik geleerd dat God en alles wat in de hemel is, perfect is. Ik zag het in mijn fantasie al helemaal voor me en barstte in lachen uit! Uiteindelijk lachte iedereen mee.
Mijn ouders hebben mij het geloof nooit opgedrongen. Vooral mijn moeder vertelde mij van jongs af aan wie de Here God was en hoe ik Hem kon volgen. Ze was een biddende vrouw. Al op jonge leeftijd maakte ik bijzondere dingen met God mee. Ik raakte steeds meer onder de indruk van wie Hij was. Op een dag kwam er een jongen uit groep 8 naar mij toe. Ik was 11 jaar en hij was een kop groter dan ik. Hij was op school onhandelbaar en agressief. Iedereen was bang voor hem. Uitgerekend hij kwam naar mij toe en zei: 'Arthur, ik mag jou niet. Morgen in de pauze sla ik je in elkaar! En waag het niet om er een leraar bij de halen!' Ik kwam thuis en vertelde het verhaal aan mijn moeder. Ze vroeg hoe laat de pauze begon. Half elf. Ze zei: ’Om half elf ga ik voor jou bidden. Ga gewoon naar buiten, als hij op je afkomt moet je hem aankijken en zachtjes de naam van Jezus uitspreken. Komt goed!’
De volgende dag liep ik met knikkende knieën het schoolplein op. De jongen had mij al gezien en kwam met een stuk of 8 vrienden op mij af. Hij schreeuwde mij toe: ’Je gaat eraan, Arthur! Ik sla je helemaal tot moes!’ Hij ging voor mij staan in de bokshouding en begon om mij heen te draaien. Ik draaide met hem mee en fluisterde steeds de naam van Jezus. Zijn vrienden begonnen hem steeds meer aan te moedigen 'sla hem in elkaar!’ Hij bleef maar rondjes om mij heen draaien…maar er gebeurde niets. Opeens stopte hij en zei: ’Ik kan niets met jou' en terwijl hij zijn hand naar me uitstak, zei hij: 'Wil je vrienden met me worden?!’ Ik was stomverbaasd! Natuurlijk wilde ik dat, hij was tenslotte de sterkste jongen van de school! De kracht van mijn Hemelse Vader was zo sterk aanwezig! Hij kon mij niet slaan!
Een jaar later heb ik mijn leven echt aan Jezus gegeven. Mijn Hemelse Vader kon bij mij niet meer stuk! En na al die jaren, door alle jaargetijden en moeilijkheden van het leven heen, nog steeds niet!