Esther van Schie ‘dominee van een sokkenkerk’
Op 24 september 2017 kreeg de Protestantse kerk in Nederland er een predikant met een bijzondere opdracht bij. Met haar benoeming werd duidelijk dat het werk onder migranten de Protestantse kerk nauw aan het hart ligt. Met name op het vlak van geloofs- en levensvragen wilde Van Schie migranten bijstaan op het gebied van ‘geloofsinburgering’.
Twee jaar later sprak Dirk van Vreeswijk, predikant in de Protestantse kerk in Zevenhuizen (Z-H), met haar. Een gesprek over wie ze is, over haar geloof, over haar roeping. Van Schie is echtgenote van Harm en moeder van drie dochters, geboren en getogen in Gouda. Van jongs af aan is zij geïnteresseerd in andere talen en culturen, studeerde algemene taalwetenschap en Duits, woonde een tijdje in Congo, in Duitsland en in Amerika. Vijftien jaar lang werkte Van Schie als docent inburgering en Nederlands.
In 2015 rondde zij haar studie theologie aan de Protestantse Theologische Universiteit af met als onderwerp voor haar afstudeerscriptie ‘changing enviroments, changing believes’. Over de invloed die migratie op het geloof kan hebben. “Vanaf het begin was me duidelijk dat ik mijn tijd en energie wilde inzetten voor de vele migranten die in ons land zijn komen wonen. Juist ook als predikant wil ik voor hen beschikbaar zijn.” Vanaf september 2017 is zij werkzaam als predikant met een bijzondere opdracht van de Protestantse Kerk
Door de Kerk in Nesselande, wijkgemeente van de Hervormde Gemeente Zevenhuizen, is zij uitgezonden naar de stichting Geloofsinburgering. Samen met haar man Harm zijn de zij inmiddels voortrekkers, kerkplanters, van een internationale gemeente in Gouda: In Christ United (ICU). “In ICU hebben we vooral veel zegeningen ontvangen. Maar we zijn voor ons idee nooit echt begonnen met ICU. Na een aantal ervaringen kwam er een groepje vluchtelingen uit Birma naar ons toe met de vraag, ‘wil je alsjeblieft één keer in de twee weken Bijbelstudie met ons doen.’ Dat waren mensen die niet naar een kerk gingen. En dat zijn we gaan doen. Dat is dan ook weer zo’n kleine stap, die je in gehoorzaamheid doet. Gewoon in onze huiskamer. En daar kwam elke keer iemand bij. Omdat het steeds drukker werd, barstte het op een gegeven moment ons huis uit. Maar dat kun je je buren ook niet aandoen. Toen hebben we een klein zaaltje gehuurd. Een sportzaaltje, we mochten daar alleen op sokken lopen. We waren opeens ‘de sokkenkerk’ geworden. En dat groeide door. Nu zijn er ongeveer 150 mensen betrokken bij ICU, niet dat ze elke keer er zijn, maar zondags zitten er toch zo’n 80, 90 mensen, inclusief klein grut.’
Niet dat we het gezocht hebben, maar wel met de gedachte dat degene die komen, dat we die onderdak willen bieden. En met name de concentratie van hen die uit het buitenland kwamen of hen die niet gelovig zijn. Of een combi daarvan. .. .. De mensen hebben elkaar meegenomen, dat is wel de grootste zegening. En dat mensen tot geloof komen, dat is echt heel gaaf. En dan zie je ook dat mensen tot hun recht komen. In de gemeente van Christus kunnen ze leiding geven, terwijl dat op hun werk niet kon of mocht. Het is ook meer een gemeenschap, dan een kerk. Een gemeenschap, waar mensen tot rust komen. Alles mag daar zijn plek hebben, ook de trauma’s die mensen soms met zich meedroegen.”
Op de vraag of migrantenkerken de hoop zijn voor de hedendaagse kerk zegt Van Schie “Zij brengen elan met zich mee en ook jongeren maar in één, twee generaties kan dat zomaar weg zijn. Er is een secularisatie gaande onder die jongeren wat zich in een enorm tempo voltrekt. Het nu de tijd dat wij, met datgene wat wij weten over bijvoorbeeld secularisatie hen helpen. Maar gelijke tijd brengen zij wel een geweldige spiritualiteit met zich mee waar wij weer heel veel van kunnen leren. Heel veel gemeenschapszin. In de zin van je deelt alles met elkaar. Enorm verrijkend kan dat voor ons zijn. Dus, wat kunnen wij doen om hun geloof in te burgeren in onze samenleving.”