Groot onderhoud aan de Kapel Oud-Verlaat noodzakelijk
De bouw- en onderhoudscommissie van de Hervormde gemeente in Zevenhuizen heeft laten weten dat het dak en het schilderwerk noodzakelijk onderhoud nodig hebben. Met deze informatie hebben de kerkrentmeesters de beslissing genomen om de Oudejaarscollecte hiervoor te bestemmen.
De Kapel in Oud-Verlaat is niet alleen een kerk, maar ook een steunpunt voor de gemeenteleden daar. Daarnaast is het voor sommige van hen beperkt mogelijk om naar de Dorpskerk te Zevenhuizen te komen. Om de plannen te kunnen uitvoeren, hopen de kerkrentmeesters op een bedrag van zo’n € 15.000.
De website van de Hervormde gemeente meldt over deze Kapel: “Vanuit het kerspel Hillegondsberg, opgericht voor de Bisschop van Utrecht voor 1025, werd tot ontginning van veengronden, noordwaarts en oostwaarts langs de Rotte, overgegaan. De Rotte was oorspronkelijk een open riviertje, dat uitmondde in de Maas. Volgens het register der tienden, geschreven en behoeve van het Heilige Land, was Zevenhuizen in 1276 een parochie. Hoelang is niet bekend, want een officiële akte ontbreekt, althans hij is nooit gevonden. De naam Zevenhuizen komt voor het eerst voor op een plakkaat van het jaar 1282.
In 1348 werd op paasmaandag, door schout Willem van der Dune aan het “Heilige Feest” van Zevenhuizen een jaarlijkse rente geschonken van dertig schellingen. Er was dus een geregelde parochiale armenverzorging.
Op de “informatie” van 1514 komt als elfde Pastoor Johannes Petrusz voor, ook bekend als Jan van Haarlem, pastorerende over 282 communicanten, die zich bezig hielden met turfsteken, houthakken en een klein beetje veeteelt uitoefende. De kapel van de parochie stond nabij de Rotte. Ook was er een vicarie, gesticht ter eren van Johannes Baptista.
Naarmate de vervening van de omliggende gebieden vorderde, ontstond omstreeks 1500 een nieuw dorp landinwaarts, het tegenwoordige dorp. Het oorspronkelijke dorp Zevenhuizen, bestaande uit een kapel, kerkhof, meerdere huizen en in de naaste omgeving een aantal boerderijen, nabij de Rotte, raakte daardoor in verval.”