Annemiek Bomhof-Vrij 'Levende hoop'
Annemiek Bomhof-Vrij is ouderenpastor in de Dorpskerk in Capelle a/d IJssel. Zij schreef onderstaande overweging op de website van de protestantse kerk in Capelle. Zij schreef onderstaande overweging.
Dit jaar is SIRE een nieuwe campagne gestart. Het thema is: ‘Vind je lichtpuntje en durf te hopen’. Als je op de site kijkt vind je allerlei handvatten die je kunt gebruiken om je hoop-barometer te laten stijgen. Aan de Erasmusuniversiteit wordt onderzoek gedaan naar wat de betekenis is van hoop in een mensenleven. Kennelijk is er in onze wereld veel behoefte aan lichtpuntjes die hoop geven. Wat hoop precies is blijkt lastig te omschrijven. Hoop wordt gezien als een verlangen, een motivator die in beweging brengt. Hoop zorgt ervoor dat mensen doorgaan en niet opgeven. Terwijl we, aldus SIRE, nooit helemaal zeker weten of onze wensen en verwachtingen werkelijkheid worden.
Dat stemt tot nadenken: wat zijn mijn lichtpuntjes? Heb je ze nodig? Waar vind je ze? Wat als je ze niet kunt vinden? Wat zegt de Bijbel over hoop? En over licht? Er komen woorden op als vertrouwen, belofte, zekerheid, troost. Maar ook: afhankelijkheid, niet zelf doen, ontvangen, uitzicht. De Bijbel vertelt ons wie God is en wil zijn voor jou, voor ons, zijn geliefde mensenkinderen uit genade. Verlangen is geen wensenlijstje, maar liefhebben en in Gods nabijheid willen verkeren. We lezen over geliefd-zijn en kostbaar in Gods hand. Over God die ons hoort en ziet, zich naar ons toebuigt (Ps. 40). Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (Joh. 3:16). De Here Jezus werd het Licht der wereld. Die hoop is als een zeker en betrouwbaar anker voor onze ziel (Hebr. 6:19). Dat plaatst hoop in een ander perspectief. Dat zet je leven in een ander licht. Een licht dat het duister verjaagd. Dat alles wat niet goed is onthult. Licht waaraan mensen zich mogen warmen en dat hen de weg wijst naar hun bestemming. Samen zijn we onderweg naar Pasen.
We denken in de lijdenstijd aan de moeilijke weg die Christus ging uit liefde voor ons mensen. Om op de derde dag na zijn kruisdood op te staan uit het graf. De dood is overwonnen: de weg naar God de Vader is open, ook voor ons, schuilend achter zijn bloed. Een verloren wereld mag weten dat onze Heiland onze schuld heeft ingelost. Dankzij Hem mogen wij over het duister van lijden en graf heenkijken en de Vader zien met open armen, wachtend op ieder van ons. We horen Petrus God danken omdat hoop ‘levende hoop’ is geworden, zekerheid in Christus uit genade. Onverdiende liefde voor mensenkinderen omdat God van hen houdt. Die blijde Boodschap mag klinken, ook – of misschien wel juist – in de lijdenstijd: Houd vol, ga naar de Vader met alles wat er in je leven om je heen woedt. Hij geeft kracht en moed om door te gaan. Hij geeft wat je nodig hebt, tilt je boven die woedende wereld uit en richt je blik op Hem: levende hoop, licht van de wereld, God van nabij. Zo mogen en kunnen we verder, samen op weg, kaarsjes brandend in de nacht, volhardend, dankbaar en in vertrouwen. Hoop voor de volken!