Ds. Sparreboom ‘Open je ogen voor dit heerlijke licht!’
Ds. Sparreboom, predikant in de Nieuwe kerk in Nieuwekerk a/d IJssel, schreef onderstaande overweging in het laatstverschenen nummer van hun kerkblad ‘Onderweg’.
"Hij was het licht niet, maar was gezonden om van het licht te getuigen. Dit was het waarachtige licht, dat in de wereld komt en ieder mens verlicht." Johannes 1: 8 en 9. Wanneer een kind wordt geboren, is het een goede gewoonte om een geboortekaartje rond te sturen. Soms kort en krachtig: "Geboren: Pieter." Of wat uitgebreider: "uit Gods hand ontvingen we Maartje." Mooi is het wanneer wordt gezegd dat de nieuwe wereldburger 'het levenslicht zag.' In deze omschrijving klinkt het besef door, dat een kind negen maanden lang in het duister leeft, om vervolgens bij de geboorte het levenslicht te zien. Er is een besef dat een mens niet in het duister kan leven, maar het levenslicht nodig heeft. Licht en leven hangen helemaal met elkaar samen.
Het Johannesevangelie spreekt over het waarachtige licht. Dat betekent dat er een heleboel nep-licht is. Veel lichten in de wereld geven wel veel schittering, maar geen werkelijke glans. De neonlichten van reclameborden schijnen wel, maar het is vooral om eigen waren aan te prijzen. Schijnwerpers zetten soms wel iemand in het licht, maar geven toch niet altijd het goede zicht. Zelfs de zon is een lichtbron die eindig is.Het kan niet anders, dan dat het in de tekst over het waarachtige licht gaat, dat bij God vandaan komt. Het gaat over hemels licht. In de hemel is het licht van de zon en de maan niet nodig, want Christus Jezus is zelf het licht. Zo zegt Hij het van zichzelf: 'lk ben het Licht der wereld.'
Dit Licht van de wereld komt naar ons toe. Zoals het licht van de zon een nieuwe wereldburger tegemoet komt, straalt het licht van Gods genade in de Heere Jezus Christus over ieder mens. leder mens mag iedere dag baden in dit licht. 'De zon komt op en maakt de morgen wakker.' Wrang is het, dat niet ieder mens dit Licht wil zien. Vaak sluiten we onze ogen voor het Licht van Gods genade in Christus. Het evangelie vertelt, hoe de wereld het Licht probeerde te doven. Het is de menselijke zonde, die het hemelse Licht probeert te overmeesteren.
Johannes de Doper is getuige van dit hemelse Licht. Hij stelt zichzelf niet voor als degene die in zichzelf licht heeft. Geen mens is lichtdrager vanuit zichzelf. Johannes wijst naar het Licht dat van de andere kant komt. Johannes spreekt over Jezus Christus, die gekomen is in de wereld. Dit Licht komt eens voorgoed en zet de nieuwe hemel en de nieuwe aarde, in een warme gloed.
.