Ds. Wim in ‘t Hout ‘menswording in de opmaat naar Pasen’
Ds. Wim in ’t Hout, protestants predikant in de Open Hofkerk in Rotterdam maakte onderstaande overweging voor de 40-dagentijd.
Deze keer wil ik het in het kader van de veertigdagentijd over meer hebben dan de coronacrisis en de avondklok alleen. En wel omdat de Passietijd (zoals de 40-dagentijd ook genoemd wordt) deze gang van zaken doorbreekt en ons wil herinneren aan de diepere grondslagen waarop ons bestaan is gebaseerd. Het doet ons stilstaan bij de waarheid over en de waarden in ons leven.
Passietijd en Pasen willen ons bepalen bij het nieuwe leven en samenleven. En dat veronderstelt, bij een al dan niet digitale ontmoeting, met elkaar spreken over datgene wat het hart beroert: waar we op hopen in bange dagen als de coronacrisis maar aanhoudt. Dat is spreken over hoe je elkaar kunt verlichten in donkere tijden en hoe je samen een weg kunt vinden om tegenstellingen te verzoenen en (innerlijk) vrede nabij te brengen, in de kleine kring waarin we ons bewegen en in de grote wereld waar je samen verantwoordelijk voor bent. Als dat de onderwerpen van gesprek zijn dan heeft Jezus, in wie God ons nabij komt, een plek in ons midden, zijn we in zijn Geest mens en heeft God met ons bestaan van doen. De voorbereiding van Pasen roept bij de meesten van ons een reeks van beelden op. Zeker als we niet in de situatie zijn waar we graag zouden willen zijn. Bijvoorbeeld als we onze dierbaren niet kunnen ontmoeten en ons daardoor op afstand of eenzaam voelen, of als we te kampen hebben met ziekte, dood, relatieproblemen of anderszins.
Het lijkt me dat de omstandigheden waarin we verkeren ons besef van Passietijd en Pasen kunnen verdiepen. Mensen worstelen wel met vragen die al jaren hebben liggen wachten op de bodem van hun ziel. Vaak vertroebeld, vermeden, verdrongen door alle dingen die het leven van hen vroeg. En nu, nu ze gedwongen thuis zitten, slaat dit alles ineens in alle hevigheid toe. “De toorts verlicht de voet niet”, zei Frans Andriessen eens. En hij bedoelde daarmee dat bij de vragen die mensen zichzelf stellen ze zichzelf het beste helpen door te bezien waar deze vragen in ‘wortelen’. De vragen zijn helder in het licht van de toorts. Maar waar ze vandaan komen, waar hun oorsprong ligt, is vaak niet zichtbaar (ligt verborgen in het duister van de voet van de toorts) maar speelt intussen een kardinale rol. Het is daarom van belang om de wezenlijke vraag die daaronder zit tevoorschijn te denken/praten. Vaak dient deze zich aan als zich een crisis voordoet. Zo is een crisis een kans. Een kans om in contact te komen met jezelf en met wat er wezenlijk toe doet. Zo is de weg naar Pasen er één van het perspectief van de graankorrel, die veel vrucht draagt. Van de diepte ingaan om innerlijk te veranderen. Wanneer we deze weg gaan zullen we zelf verbaasd zijn: ons leven krijgt door Jezus leven een nieuw perspectief en we staan op tot een nieuw leven en samenleven.