Nieuwsbericht toevoegen Overdenking toevoegen Agenda-item toevoegen

Joukje van der Kaaden 'wat je wel kunt doen'

Joukje van der Kaaden is verbonden aan de protestantse kerk in Capelle a/d IJssel en zij schreef onderstaande overweging.

Een tijdje geleden stond er in KerkNieuws een oproep om naar de workshop ‘God in de supermarkt’ te gaan. Helaas kon ik niet, maar ik raakte wel geïnteresseerd in dit onderwerp en de spreker Alfred Slomp, schrijver van de boeken SuperWaar, Het Groene Normaal en Wat Je Wél Kunt Doen. In 2014 ontwikkelde Alfred Slomp samen met zijn studievriend Arjan Schoonhoven de workshop God in de supermarkt. Deze interactieve workshop over duurzaam boodschappen doen maakt je bewust om bepaalde keuzes te maken. Wat eten we vanavond en moet ik kiezen voor de biologische boontjes uit Egypte of de gewone boontjes uit Nederland? Een hamburger of sojaburger of toch vis? En met welk keurmerk? Het is geen gemakkelijke afweging tussen lekker, goed[1]koop, gezond, milieuvriendelijk, diervriendelijk en eerlijk voor de producent. In de workshop ‘God in de supermarkt’ worden de keuzes die we maken besproken en beargumenteerd. De kracht van de workshop zit met name in de groepsinteractie.

De makers van de workshop lieten zich inspireren door hoe Jezus omging met de armen en de behoeftigen. Alfreds boek Wat je Wel Kunt Doen met de ondertitel De Groene Vijf voor een duurzaam leven is ontstaan uit de meest gestelde vraag van de deelnemers: ‘Maar wat kan je dan wel doen?’ Dit inspireerde hem om ‘De Groene Vijf’ uit te werken: vijf thema’s waarmee je het sterkst kunt bijdragen aan een verandering van de wereld. Vier thema’s zijn gericht op ons eigen gedrag: minder spullen, anders reizen, anders eten en energiezuinig wonen. Het laatste thema is gericht op de inrichting van de maatschappij: systeemverandering. Elk onderdeel beschrijft de dilemma’s, uitdagingen en kansen, maar geeft ook praktische tips, die men vandaag al kan toepassen. In zijn voorwoord zegt hij: ‘ik geef je handvatten en inspirerende voorbeelden waarmee we met elkaar het systeem kunnen kantelen.’ Het is een hoopvol boek vol met praktische, uitvoerbare tips om duurzaam te leven, zodat de aarde ook nog voor de volgende generaties leefbaar zal zijn.

De eerste van de groene Vijf is minder spullen. Welvaart zorgt er voor dat ons huis vol staat met spullen, onze kledingkasten vol zijn met kleren en schoenen, onze koelkasten vol met etenswaren en onze schuren vol met fietsen en gereedschap. En niet alleen ontspullen werkt, maar nog belangrijker is de verleiding om het kopen te weerstaan. We worden dagelijks verleid met acties om spullen aan te schaffen, twee voor de prijs van één, hamsteren en kortingen. In het boek wordt aangeraden om je huis op te ruimen en je spullen een tweede leven te geven, door selectie, opruimen, weggeven of verkopen, repareren of hergebruiken en als het echt rotzooi is: weggooien (of naar de milieustraat). Huur en leen spullen, die je nauwelijks gebruikt of deel ze met anderen. Houd je wel van veel spullen, ga dan naar de rommelmarkt, de kringloop of Marktplaats, zodat het geen in[1]vloed op het milieu heeft.

 De tweede van de Groene Vijf gaat over vervoer. Hoe meer we reizen, hoe groter de impact op het klimaat en de natuur. Ons auto gebruik neemt al jaren toe en het aantal auto’s in Nederland stijgt nog steeds. Elk jaar vliegen we meer en dit heeft grote impact op de klimaatverandering. Nu al zijn geluidsoverlast en vervuiling zaken die voor veel problemen zorgen in ons dichtbevolkte landje. Het is belangrijk dat we onze levensstijl gaan aanpassen, dus meer fietsen, rijd eerst je oude auto op, ga dichtbij op vakantie of neem de trein. In het boek staan veel nuttige tips en titels van boeken die je kunnen helpen om verstandige keuzes te maken.

Nummer drie van de Groene Vijf gaat over anders eten. Na de Tweede Wereldoorlog werd schaalvergroting in de landbouw toegepast, zodat we nooit meer honger zouden hebben. Kleine boerenbedrijven groeiden en gingen in elkaar op, zodat we nu uitsluitend grote agrarische bedrijven zien. Door die grote weilanden en akkers verloor het landschap zijn charme en veel bloemen, vogels en insecten verdwenen. De landbouw van nu zorgt voor natuurverlies, het grondwaterpeil- en het stikstof probleem en voor stankoverlast op het platteland. Drastische maatregelen zijn nodig, en sommige zijn eenvoudig. Op dit moment haalt de gemiddelde Nederlander ongeveer 60 % van zijn eiwitten uit dierlijke bronnen en 40% uit plantaardige bronnen. Het zou al veel helpen als deze cijfers werden omgedraaid. Door gezonder te eten, minder vlees te gebruiken, lokaal te kopen en biologisch eten te kopen zijn we duurzaam bezig. De schrijver geeft veel adviezen en tips hoe je duurzamer kunt eten ook als je weinig budget hebt, zoals: voorkom dat je veel eten weggooit en doe je boodschappen veelal op de fiets. En begin een moes- of kruidentuin.

Nummer vier behandelt het energiezuinig wonen. We gebruiken veel energie, maar dit geldt niet voor iedereen. In de wereld zijn veel landen die weinig toegang tot energie hebben en dus ook weinig broeikasgassen uitstoten. En in de landen die te veel gebruiken, is het probleem dat de meeste energie van fossiele brandstoffen komt. We zullen min[1]der energie moeten gaan gebruiken en duurzame energiebronnen vinden. Wat kan je zelf doen? Verlaag de temperatuur van je verwarming, douche minder vaak en lang, gebruik ecoprogramma’s, ledverlichting en groene energie. Zo worden er nog veel meer tips in het boek gegeven om je huis te verduurzamen en groener te gaan leven Het vijfde thema is gericht op de inrichting van de maatschappij: systeemverandering. ‘Een beter milieu begint bij jezelf’ was jaren de slogan van de overheid. Maar een echte ommekeer begint bij de politiek, bij de overheid. Zij moeten investeren in openbaar vervoer en het afschaffen van intensieve veeteelt. Zij moeten geen belastingvoordelen geven aan vervuilende bedrijven of luchtvaartmaatschappijen vrijstellen van btw op hun kerosinegebruik. De maatschappij zal moeten veranderen en wij, de burgers, kunnen daar invloed op hebben. De tips die vervolgens door de schrijver worden gegeven hebben te maken met het deelnemen aan protestbewegingen, je buurt groener maken en petities tekenen. Of duurzaam beleggen en geld geven aan organisaties die zich inzetten voor een duurzame wereld En zo eindigt het boek: ‘hoe houd je hoop als je het even niet meer weet?’ Focus op het waarom en niet op het resultaat. Het gaat er niet om hoeveel invloed je hebt en wat je bereikt. Het gaat er ook niet om of we nog op tijd zijn om het tij te keren, maar wel dat we het goede proberen, zodat de wereld ons niet zal veranderen. Hoop vermenigvuldigt zich wanneer we het delen. Houd moed, deel de hoop en volhard in je streven naar een eerlijke wereld. Wees zelf de hoop die je in de wereld wilt zien.

.

Naar het overzicht